Ik kreeg laatst een boek van mijn coach in handen gedrukt.
Mijn oog viel meteen op een passage in het eerste hoofdstuk:
“Waarnemen is niet een actie, maar een staat van zijn. Waarnemen is niet van de zintuigen of de geest, maar van het wezen zelf. Totaal waarnemen is een staat van totaal aanwezig zijn en dus een staat van totale openheid. Waarnemen is weten wat er in het veld van het bewustzijn gebeurt, zonder daar enig oordeel aan toe te voegen. In waarneming zit geen enkele weerstand. Om iets te zien zoals het is, dien je het te laten zijn wat het is. Alleen degene die totaal onbevangen naar iets kan kijken ziet wat er ècht te zien is.”[1]
Ik herkende het direct. Ik dacht:”Dit gaat over het homeopathisch consult!”
Dr. Hahnemann, de ontdekker van de homeopathie schrijft in 1810 in zijn Organon der homeopathische geneeskunst: “Wees een onbevooroordeeld waarnemer, dat is de belangrijkste eigenschap van een goede homeopaat”.
Maar dit was geen homeopathieboek. Dit boek gaat over moeiteloos ondernemerschap, over dat alle topprestaties in de kunst, sport of zakendoen geleverd worden in de FLOW-staat. Toch heeft het een bijzondere gelijkenis met de essentie van het homeopaat zijn.
Als ik in mijn FLOW ben, dan ontvouwt mijn consult zich als een bloem en ben ik de waarnemer van dat proces. De perfecte balans van push en pull ligt niet vast in het midden, maar beweegt mee met de patiënt. Je neemt de patiënt bijna moeiteloos mee en bouwt een band van vertrouwen op waardoor de patiënt zich volledig openstelt. Dan zitten we beide in een optimale staat van ervaring.
Zulke consulten zijn een bijna magische beleving, zowel voor de patiënt als voor mijzelf, waarin het juiste middel zich openbaart. Aan het eind hoor ik vaak: ”Goh, zo had ik het nog nooit bekeken”.
Het zijn de consulten waarna de diepste heling optreedt, zowel op lichamelijk, geestelijk als zielsniveau, waardoor ze weer in hun eigen FLOW mogen komen.
Vanja Wierenga
[1] Flow en de kunst van het zakendoen. J. Bommerez en K. Van Zijtveld; Nieuwe dimensies 1999-2004; p.31